Naast de rietteelt werd er ook in het door de vervening ontstane water gevist. Eerst voor de voedselvoorziening van de eigen gezinnen, later ook voor de verkoop om een inkomen te vergaren. Voor 1919 stond het gebied nog onder invloed van de toenmalige Zuiderzee en was er vrije migratie van vis mogelijk, waardoor het gebied rijk was aan vis. Na het gereedkomen van het gemaal Stroïnk nabij Blokzijl werd het waterrijke gebied een afgesloten boezem en was de migratie van alle vissoorten nagenoeg onmogelijk geworden. 

Toen hebben de vissers zich al gerealiseerd, dat als zij niet zelf jonge paling in het gebied zouden uitzetten, de palingstand achteruit zou gaan en zij letterlijk “de pot leeg zouden vissen”. Tot op de dag van vandaag wordt er nog jaarlijks jonge paling, ook wel glasaal en/of pootaal genoemd, in het gebied uitgezet om de palingstand op peil te houden. 

Waren er omstreeks 1917 nog ruim 225 mensen die zich met de beroepsvisserij in het gebied bezighielden, anno nu zijn dat er door vergrijzing en verscherpte wet- en regelgeving nog slechts drie, waaronder ons bedrijf. 

In 1917 werd de Algemene Bond van Binnenvissers in Noordwest Overijssel opgericht en hebben grotendeels alle vissers zich hierbij aangesloten. Voor die tijd had praktisch elk dorp in Noordwest Overijssel wel een eigen visserijvereniging of “Bond”. De Algemene Bond huurt de visrechten (zowel van de paling, als ook van alle andere schubvis en schaal- en schelpdieren) van diverse verschillende eigenaren in het gebied, zoals het Waterschap, de gemeente Steenwijkerland en deels van de gemeente Zwartewaterland, de Provincie Overijssel, Natuurmonumenten en diverse particuliere eigenaren. De Bond geeft deze visrechten weer uit aan haar leden.

Er wordt niet alleen op paling gevist, maar ook op alle andere marktwaardige vis. Deze vis wordt niet alleen gevangen voor menselijke consumptie, maar soorten als snoek, brasem, zeelt en karper worden gevangen om als pootvis weer elders uitgezet te worden.

Al twintig jaar is de Amerikaanse rivierkreeft bezig met zijn opmars in ons natuurgebied. Het is niet geheel duidelijk hoe deze exoot in dit water terecht is gekomen, maar het dier weet zich goed te handhaven in het schone water.

Deze exoot is een bedreiging voor de waterkeringen, oevers en kades. Door zijn graaf-gedrag zorgt hij voor instabiele oevers en kades. En kunnen waterkeringen ernstig verzwakt worden.

Gelukkig is er een groeiende afzetmarkt en wordt de rivierkreeft steeds populairder in veel gerechten.

Het wegvangen van deze kreeften, zorgt dus voor minder schade aan het land, en zorgt ook voor een lekkere maaltijd op uw bord.